senga

Noors

Woordafbreking
  • sen·ga
Naar frequentie 1728

Zelfstandig naamwoord

senga, v

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van seng
Schrijfwijzen


Nynorsk

Woordafbreking
  • sen·ga

Werkwoord

senga

  1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast senge, zie aldaar
Schrijfwijzen
  • sengja
  • sengje

senga

  1. verleden tijd van senga
  2. voltooid deelwoord van senga
Schrijfwijzen
  • sengja

senga

  1. gebiedende wijs van senga
Schrijfwijzen
  • seng
  • senge
  • sengja
  • sengje

Werkwoord

senga

  1. verleden tijd van senge
  2. voltooid deelwoord van senge
Schrijfwijzen
  • sengja

senga

  1. gebiedende wijs van senge
Schrijfwijzen
  • seng
  • senge
  • sengja
  • sengje

Zelfstandig naamwoord

senga, v

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van seng
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.