semi-

Nederlands
Huidig
bestand
9
Uitspraak
Woordafbreking
  • se·mi-
Woordherkomst en -opbouw

Voorvoegsel

semi- [2]

  1. ter aanduiding dat het genoemde niet volledig is wat het tweede lid noemt (vaak half)
Hyponiemen
   
  • semi-industrieel
  • semi-intellectueel
  • semiambtelijk
  • semiambtenaar
  • semiarts
  • semiautobiografisch
  • semiautonoom
  • semibulk
  • semibungalow
  • semicirculaire
  • semicollectief
  • semiconductor
  • semicontainerschip
  • semicontinuvaart
  • semicrimineel
  • semicustom
  • semidemocratisch
  • semidirect
  • semidocumentaire
  • semifinale
  • semifinalist
  • semigeprivatiseerd
  • semikini
  • semikinis
  • semiklassieker
  • semilegaal
  • semiliterair
  • semilorren
  • semimassief
  • semimetro
  • semimilitair
  • seminomadisch
  • semiofficieel
  • semionafhankelijk
  • semiopenbaar
  • semiopenbaars
  • semipelagiaan
  • semipelagisch
  • semipermanent
  • semipoliticus
  • semipolitiek
  • semiprof
  • semiprofessionalisme
  • semiprofessioneel
  • semipubliek
  • semiscenisch
  • semistaatsinstelling
  • semiwetenschappelijk

Gangbaarheid
  • Het woord 'semi-' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen
  1. semi- op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.