schurken

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schur·ken
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘(zich) wrijven’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1623 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
schurken
schurkte
geschurkt
zwak -t volledig

Werkwoord

schurken

  1. wederkerend zich tegen een vast voorwerp wrijven, meestal om jeuk te bestrijden
    • Het paard schurkte zich tegen een boompje. 
Synoniemen

Zelfstandig naamwoord

schurken mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord schurk

Gangbaarheid

  • Het woord schurken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.