schrikverwekkend
Nederlands
Woordafbreking
- schrik·ver·wek·kend
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van schrik zn en verwekkend ww [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | schrikverwekkend | schrikverwekkender | schrikverwekkendst |
verbogen | schrikverwekkende | schrikverwekkendere | schrikverwekkendste |
partitief | schrikverwekkends | schrikverwekkenders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
schrikverwekkend
- (verouderd) bang makend
- Water klettert neder, bliksems schieten vonkenlicht, slag op slag dreunt schrikverwekkend. [2]
Gangbaarheid
- Het woord 'schrikverwekkend' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Loveling, V. (ed. B. Van Raemdonck) In oorlogsnood. herziene editie (2007) op website dbnl.org; p.233; geraadpleegd 2016-05-02 (eerder verschenen in het Centrum voor Teksteditie en Bronnenstudie van de KANTL, Gent 2004)
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.