schots

Nederlands

Niet te verwarren met: Schots
Uitspraak
Woordafbreking
  • schots
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘ijsschol’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1599 [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen schotsschotserschotst
verbogen schotseschotsereschotste
partitief schotsschotsers-

Bijvoeglijk naamwoord

schots

  1. rommelig
    • Bij hun thuis staat alles schots en scheef. 

Gangbaarheid

  • Het woord schots staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.