schorste

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schor·ste (bijvoeglijk naamwoord)
  • schors·te (werkwoord)

Bijvoeglijk naamwoord

schorste

  1. verbogen vorm van de overtreffende trap van schor

Werkwoord

vervoeging van
schorsen

schorste

  1. enkelvoud verleden tijd van schorsen
    • Ik schorste. 
    • Jij schorste. 
    • Hij, zij, het schorste. 

Gangbaarheid

  • Het woord schorste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
85 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.