schimp
Nederlands
Woordafbreking
- schimp
Werkwoord
vervoeging van |
---|
schimpen |
schimp
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schimpen
- Ik schimp.
- gebiedende wijs van schimpen
- Schimp!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schimpen
- Schimp je?
Gangbaarheid
- Het woord schimp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'schimp' herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.