schemert

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • scheĀ·mert

Werkwoord

vervoeging van
schemeren

schemert

  1. onpersoonlijke tegenwoordige tijd van schemeren
vervoeging van
schemeren

schemert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schemeren
    • Jij schemert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schemeren
    • Hij schemert. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van schemeren
    • Schemert! 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.