schamp
Nederlands
Woordafbreking
- schamp
Werkwoord
vervoeging van |
---|
schampen |
schamp
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schampen
- Ik schamp.
- gebiedende wijs van schampen
- Schamp!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schampen
- Schamp je?
Gangbaarheid
- Het woord schamp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'schamp' herkend door:
80 % | van de Nederlanders; |
76 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.