schaakt

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schaakt

Werkwoord

vervoeging van
schaken

schaakt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schaken
    • Jij schaakt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schaken
    • Hij schaakt. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van schaken
    • Schaakt! 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.