savoureerde
Nederlands
Woordafbreking
- sa·vou·reer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
savoureren |
savoureerde
- enkelvoud verleden tijd van savoureren
- Ik savoureerde.
- Jij savoureerde.
- Hij, zij, het savoureerde.
- Ik savoureerde.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.