sanctie

Nederlands
Uitspraak
  • Geluid:  sanctie    (hulp, bestand)
  • IPA: /'sɑŋksi/
Woordafbreking
  • sanc·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘dwangmiddel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1910 [1]
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘goedkeuring’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1818 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord sanctie sancties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

sanctie v

  1. maatregel ter bestraffing van ongewenst gedrag
    • Tegen het apartheidsbewind werden steeds meer sancties getroffen. 
  2. sanctie van studie: het geheel van regels waarmee in Vlaanderen een leerjaar of studie wordt afgesloten
Vertalingen
    1. strafmaatregel   

Gangbaarheid
  • Het woord sanctie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen
  1. "sanctie" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.