samenvoeging

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sa·men·voe·ging
Woordherkomst en -opbouw

Naamwoord van handeling van samenvoegen met het achtervoegsel -ing

enkelvoud meervoud
naamwoord samenvoeging samenvoegingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

samenvoeging v

  1. het samenvoegen
  2. plaats waar of manier waarop twee of meer zaken zijn samengevoegd

Gangbaarheid

  • Het woord samenvoeging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.