samenvoeging
Nederlands
Woordafbreking
- sa·men·voe·ging
Woordherkomst en -opbouw
Naamwoord van handeling van samenvoegen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | samenvoeging | samenvoegingen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
samenvoeging v
- het samenvoegen
- plaats waar of manier waarop twee of meer zaken zijn samengevoegd
Gangbaarheid
- Het woord samenvoeging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'samenvoeging' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.