samenhangende

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  samenhangende    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌsamənˈhɑŋəndə/ (vooral als onvoltooid deelwoord ook: /ˌsamənˈhɑŋəndə/)
Woordafbreking
  • sa·men·han·gen·de
Woordherkomst en -opbouw

Deelwoord

samenhangende

  1. verbogen vorm van het onvoltooid deelwoord samenhangend van samenhangen

Bijvoeglijk naamwoord

samenhangende

  1. verbogen vorm van de stellende trap van samenhangend

Werkwoord

vervoeging van
samenhangen

samenhangende

  1. verbogen vorm van het onvoltooid deelwoord van samenhangen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.