sago

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sa·go
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Indonesisch, in de betekenis van ‘voedingsmiddel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1646 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord sago -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

sago m

  1. (voeding) een zetmeelproduct dat wordt gewonnen door het merg van verschillende soorten sagopalmen en -palmvarens, vnl. soorten uit de geslachten: Metroxylon en Zamia
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord sago staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
42 %van de Nederlanders;
21 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.