sago
Nederlands
Woordafbreking
- sa·go
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Indonesisch, in de betekenis van ‘voedingsmiddel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1646 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sago | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
sago m
- (voeding) een zetmeelproduct dat wordt gewonnen door het merg van verschillende soorten sagopalmen en -palmvarens, vnl. soorten uit de geslachten: Metroxylon en Zamia
Vertalingen
1. een zetmeelproduct dat wordt gewonnen door het merg van verschillende soorten sagopalmen en -palmvarens, vnl. soorten uit de geslachten: Metroxylon en Zamia
Gangbaarheid
- Het woord sago staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'sago' herkend door:
42 % | van de Nederlanders; |
21 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.