ruchtbaar

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rucht·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen ruchtbaarruchtbaarderruchtbaarst
verbogen ruchtbareruchtbaardereruchtbaarste
partitief ruchtbaarsruchtbaarders-

Bijvoeglijk naamwoord

ruchtbaar [2]

  1. openbaar, algemeen bekend, (van hetgeen te voren slechts aan weinigen bekend was). Alleen in verbinding met de werkwoorden zijn, worden en maken
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ruchtbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
69 %van de Nederlanders;
80 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.