rondslingeren

Nederlands

rondslingeren van een kogel
Uitspraak
Woordafbreking
  • rond·slin·ge·ren
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

rondslingeren [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
rondslingeren
slingerde rond
rondgeslingerd
zwak -d volledig
  1. ordeloos iets laten liggen op een plaats waar het niet hoort te zijn
    • Het meisje liet al haar kleren in haar kamer rondslingeren zonder ze netjes op te bergen in haar grote klerenkast. 
  1. met een slingerbeweging rond draaien
    • De kogelslingeraar liet de kogel driemaal rondslingeren voordat hij de kogel liet wegvliegen 

Gangbaarheid

  • Het woord rondslingeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.