rondrijden
Nederlands
Woordafbreking
- rondĀ·rijĀ·den
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rond en rijden
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
rondrijden |
reed rond |
rondgereden |
klasse 1 | volledig |
Werkwoord
rondrijden
- inergatief rijden zonder een bepaald doel of met het doel de omgeving te verkennen
- Hij heeft een tijdje rondgereden op zoek naar een parkeerplaats, maar is uiteindelijk maar naar de parkeergarage gegaan.
Gangbaarheid
- Het woord rondrijden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'rondrijden' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.