rondrijden

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rondĀ·rijĀ·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
rondrijden
reed rond
rondgereden
klasse 1 volledig

Werkwoord

rondrijden

  1. inergatief rijden zonder een bepaald doel of met het doel de omgeving te verkennen
    • Hij heeft een tijdje rondgereden op zoek naar een parkeerplaats, maar is uiteindelijk maar naar de parkeergarage gegaan. 

Gangbaarheid

  • Het woord rondrijden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.