romantisch
Nederlands
Woordafbreking
- ro·man·tisch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | romantisch | romantischer | |
verbogen | romantische | romantischere | |
partitief | romantisch | romantischers | - |
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘tot de verbeelding sprekend, onwerkelijk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1835 [1]
Bijvoeglijk naamwoord
romantisch
- vluchtend uit de werkelijkheid
- Zijn romantische kijk op de zaken hangt me goed de keel uit.
- met betrekking tot de hofmakerij
- Ze hadden een heel romantisch avondje op de boulevard bij maanlicht.
Gangbaarheid
- Het woord romantisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'romantisch' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.