romantisch

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ro·man·tisch
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen romantischromantischer
verbogen romantischeromantischere
partitief romantischromantischers-
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘tot de verbeelding sprekend, onwerkelijk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1835 [1]

Bijvoeglijk naamwoord

romantisch

  1. vluchtend uit de werkelijkheid
    • Zijn romantische kijk op de zaken hangt me goed de keel uit. 
  1. met betrekking tot de hofmakerij
    • Ze hadden een heel romantisch avondje op de boulevard bij maanlicht. 

Gangbaarheid

  • Het woord romantisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.