riolering

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ri·o·le·ring
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van rioleren met het achtervoegsel -ing
enkelvoud meervoud
naamwoord riolering rioleringen
verkleinwoord riolerinkje riolerinkjes

Zelfstandig naamwoord

riolering v

  1. de infrastructuur waarop afvalwater geloosd, ingezameld en getransporteerd wordt
    • Bewoners van de Dokter Schräderlaan in het Brabantse Oisterwijk keken toch wat vreemd op, toen de werkzaamheden voor een nieuwe riolering waren voltooid. De lantaarnpaal die voorheen op het trottoir stond, staat nu plotseling op de rijbaan. Dat dat niet helemaal de bedoeling is, blijkt wel uit het feit dat de paal wordt afgeschermd door een rood-wit waarschuwingsbord. De gemeente Oisterwijk laat in een reactie weten dat het om een tijdelijke situatie gaat. [1] 
Hyponiemen
  • buitenriolering, drukriolering, gresriolering, hoofdriolering, huisriolering
Afgeleide begrippen
  • rioleringsbuis, rioleringsnet, rioleringsnetwerk, rioleringsplan, rioleringsstelsel, rioleringssysteem, rioleringswerk

Gangbaarheid

  • Het woord riolering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tubantia Gerben van den Broek en Tom Tacken 07-05-18 Verkeer Oisterwijkse woonwijk moet wel héél vreemd obstakel ontwijken
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.