richel
Nederlands
Woordafbreking
- ri·chel
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘rand’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1530 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | richel | richels |
verkleinwoord | richeltje | richeltjes |
Zelfstandig naamwoord
richel v / m
- een smalle uitstekende rand of lijst.
Gangbaarheid
- Het woord richel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'richel' herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.