reïncarneren

Nederlands

de levensdraad als uitbeelding van het reïncarneren
Uitspraak
Woordafbreking
  • re·ïn·car·ne·ren
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

reïncarneren [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
reïncarneren
reïncarneerde
gereïncarneerd
zwak -d volledig
  1. (religie) opnieuw geboren worden in een nieuw en ander lichaam
    • Ik gluur door mijn oogleden rond. Aan de andere kant van de zaal staat een paar beeldschone hippiemeisjes te kwelen. In een volgend leven wil ik reïncarneren als een goeroe met louter zulke volgelingen, schiet er door mijn hoofd.[2] 
    • China, dat de scepter zwaait in Tibet, vindt dat die traditie gewoon moet doorgaan en dat Peking het recht heeft om de opvolger van de dalai lama goed te keuren. Tibetaanse boeddhisten geloven dat belangrijke lama’s na hun dood reïncarneren. Zij keren dan terug als kind.[3] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord reïncarneren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.