retouche
Nederlands
Woordafbreking
- re·tou·che
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘het bijwerken’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | retouche | retouches |
verkleinwoord | retoucheje retouchetje |
retouchejes retouchetjes |
Zelfstandig naamwoord
retouche v / m [3]
- het bijwerken (retoucheren) van foto's enz
- bijgewerkte plaats op een schilderij, foto enz
Gangbaarheid
- Het woord retouche staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'retouche' herkend door:
83 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.