reproduceerde

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·pro·du·ceer·de

Werkwoord

vervoeging van
reproduceren

reproduceerde

  1. enkelvoud verleden tijd van reproduceren
    • Ik reproduceerde. 
    • Jij reproduceerde. 
    • Hij, zij, het reproduceerde. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.