renoveerde

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·no·veer·de

Werkwoord

vervoeging van
renoveren

renoveerde

  1. enkelvoud verleden tijd van renoveren
    • Ik renoveerde. 
    • Jij renoveerde. 
    • Hij, zij, het renoveerde. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.