registreer
Nederlands
Woordafbreking
- reĀ·gisĀ·treer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
registreren |
registreer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van registreren
- Ik registreer.
- gebiedende wijs van registreren
- Registreer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van registreren
- Registreer je?
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.