regale

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·ga·le

Bijvoeglijk naamwoord

regale

  1. verbogen vorm van de stellende trap van regaal


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
regalar

regale

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van regalar
  1. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van regalar
  1. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van regalar
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.