referaat
Nederlands
Woordafbreking
- re·fe·raat
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘voordracht’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
- Naamwoord van handeling van refereren met het achtervoegsel -aat
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | referaat | referaten |
verkleinwoord | referaatje | referaatjes |
Zelfstandig naamwoord
referaat o
- een van te voren voorbereide mondelinge presentatie
- een verkorte, zakelijke, zo objectief mogelijke weergave van de inhoud van een publicatie
Afgeleide begrippen
- referaatblad
Gangbaarheid
- Het woord referaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'referaat' herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
60 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.