referaat

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·fe·raat
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘voordracht’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
  • Naamwoord van handeling van refereren met het achtervoegsel -aat
enkelvoud meervoud
naamwoord referaat referaten
verkleinwoord referaatje referaatjes

Zelfstandig naamwoord

referaat o

  1. een van te voren voorbereide mondelinge presentatie
  2. een verkorte, zakelijke, zo objectief mogelijke weergave van de inhoud van een publicatie
Afgeleide begrippen
  • referaatblad
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord referaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
87 %van de Nederlanders;
60 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.