rectum

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rec·tum
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘endeldarm’ voor het eerst aangetroffen in 1777 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord rectum recta
rectums
verkleinwoord rectumpje rectumpjes

Zelfstandig naamwoord

rectum o [3]

  1. (anatomie) endeldarm
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord rectum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Frans

Uitspraak
  • IPA: /ʁɛktɔm/
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  rectum     le rectum     rectums     les rectums  

Zelfstandig naamwoord

rectum m

  1. (anatomie) endeldarm
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.