rebelleert
Nederlands
Woordafbreking
- reĀ·belĀ·leert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
rebelleren |
rebelleert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rebelleren
- Jij rebelleert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rebelleren
- Hij rebelleert.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van rebelleren
- Rebelleert!
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.