rebelleerde
Nederlands
Woordafbreking
- re·bel·leer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
rebelleren |
rebelleerde
- enkelvoud verleden tijd van rebelleren
- Ik rebelleerde.
- Jij rebelleerde.
- Hij, zij, het rebelleerde.
- Ik rebelleerde.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.