rats

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rats
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘gerecht’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1883 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord rats
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

rats v/m

  1. kliekjes van vorige dagen opgediend als voedsel
    • Lou Bandy zong van rats, kuch en bonen. 
  1. in de ~ zitten: angst hebben
    • Hij heeft aardig in de rats gezeten. 
  1. rommel, afval
    • Gooi die hele rats maar weg. 

Gangbaarheid

  • Het woord rats staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.