rapporteerde
Nederlands
Woordafbreking
- rap·por·teer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
rapporteren |
rapporteerde
- enkelvoud verleden tijd van rapporteren
- Ik rapporteerde.
- Jij rapporteerde.
- Hij, zij, het rapporteerde.
- Ik rapporteerde.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.