ransomware

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ran·som·ware
Woordherkomst en -opbouw
  • van het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord ransomware -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

ransomware

  1. (informatica) op de computer terecht gekomen malware die de gegevens op het systeem ontoegankelijk maakt waarna vrijgave alleen mogelijk zou zijn als de chanteur een bedrag zou worden betaald
    • Britse ziekenhuizen zeggen dat ze het slachtoffer zijn geworden van een grootschalige cyberaanval.
      Ziekenhuizen in het gehele land werden getroffen door een ransomware-aanval, schrijft The Guardian. Daarbij worden getroffen systemen gegijzeld tot de gebruiker een geldbedrag overmaakt. [1]
       

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord ransomware staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.