quota

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • quo·ta
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het me Latijn, in de betekenis van ‘aandeel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1542 [1]

Zelfstandig naamwoord

quota mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord quotum
Synoniemen
Hyponiemen
  • exportquota
  • haringquota
  • importquota
  • invoerquota
  • melkquota
  • mestquota
  • productiequota
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord quota staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.