push-up
Nederlands
Woordafbreking
- push-up
Zelfstandig naamwoord
push-up m
- krachtoefening waarbij het lichaam rustend op handen en voeten door de armen op- en neer bewogen wordt
- Eenmaal vastgesnoerd kunnen we rustig beginnen met wat squats en push-ups. Dat is makkelijk: door het elastiek ben je vederlicht en kun je je zelfs opdrukken met twee vingers, zo laat de lerares zien, met zo'n blik alsof ze enorme kreten van ongeloof verwacht.[1]
- Vijftien minuten lang wisselen push-ups sit-ups en jumping jacks zich in een moordend tempo af: voor menigeen al voldoende fitness voor de hele week, maar na een pauze van wat aanvoelt als twee nanoseconden begint de les pas écht.[2]
Gangbaarheid
- Het woord push-up staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'push-up' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Het Parool LOUIS BOLLEE 8 SEPTEMBER 2017 Misselijk van het stuiteren bij bungee work-out
- Het Parool HANS VAN LISSUM 14 JULI 2017 Kickboksen in Amsterdam: dat is hard bikkelen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.