purgeerde

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pur·geer·de

Werkwoord

vervoeging van
purgeren

purgeerde

  1. enkelvoud verleden tijd van purgeren
    • Ik purgeerde. 
    • Jij purgeerde. 
    • Hij, zij, het purgeerde. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.