proleet

Nederlands
Niet te verwarren met: proletariër
Uitspraak
Woordafbreking
  • pro·leet
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘hufter’ voor het eerst aangetroffen in 1897 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord proleet proleten
verkleinwoord proleetje proleetjes

Zelfstandig naamwoord

proleet m [3]

  1. (pejoratief) persoon met weinig verfijnd gedrag
Afgeleide begrippen
  • proletaar, proleterig, proletig

Gangbaarheid
  • Het woord proleet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
75 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen
  1. "proleet" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
  2. proleet op website: Etymologiebank.nl
  3. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.