prikje

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • prik·je
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘klein bedrag’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1838 [1]

Zelfstandig naamwoord

prikje o

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord prik

Gangbaarheid

  • Het woord prikje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.