prefabriceerden
Nederlands
Woordafbreking
- pre·fa·bri·ceer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
prefabriceren |
prefabriceerden
- meervoud verleden tijd van prefabriceren
- Wij prefabriceerden.
- Jullie prefabriceerden.
- Zij prefabriceerden.
- Wij prefabriceerden.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.