prat
Nederlands
Woordafbreking
- prat
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘trots’ voor het eerst aangetroffen in 1546 [1]
- van Middelnederlands prat [2][3][2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | prat | pratter | pratst |
verbogen | pratte | prattere | pratste |
partitief | prats | pratters | - |
Bijvoeglijk naamwoord
prat
- merkbaar trots
- Eneas is eigenlijk bedoeld als heroïsche hoofdfiguur. De eenzijdigheid in de tekening van zijn karakter neemt de toeschouwer tegen hem in: hij is te zelfverzekerd, te sterk overtuigd van zijn deugd en zijn vroomheid, te prat op de bescherming der goden. [4]
Typische woordcombinaties
- [1] prat gaan opzich beroemen op
Gangbaarheid
- Het woord prat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'prat' herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "prat" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- prat op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Es, G.A. van "Rotgans' Eneas en Turnus" in: Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. jrg. 78 (1961) E.J. Brill, Leiden; p. 313; geraadpleegd 2018-01-25
Nynorsk
Woordafbreking
- prat
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.