pranger

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pranĀ·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pranger prangers
verkleinwoord prangertje prangertjes

Zelfstandig naamwoord

pranger m [1]

  1. prangijzer, klemhaak, bankschroef, klemschroef

Gangbaarheid

  • Het woord pranger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
44 %van de Nederlanders;
41 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.