prakken
Nederlands
Woordafbreking
- prak·ken
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘eten met een vork fijnmaken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1871 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
prakken |
prakte |
geprakt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
prakken
- overgankelijk eten fijndrukken, meestal met een vork
- Zij prakte de aardappel en de worteltjes en begon de kleuter te voeren.
Gangbaarheid
- Het woord prakken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'prakken' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.