postuleer
Nederlands
Woordafbreking
- pos·tu·leer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
postuleren |
postuleer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van postuleren
- Ik postuleer.
- gebiedende wijs van postuleren
- Postuleer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van postuleren
- Postuleer je?
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.