portee

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • por·tee
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘draagwijdte’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1872 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord portee portees
verkleinwoord porteetje porteetjes

Zelfstandig naamwoord

portee v

  1. het belang dat iets gebeurt
  2. de draagwijdte van een kanon

Gangbaarheid

  • Het woord portee staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
49 %van de Nederlanders;
21 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.