porte

Frans

enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  porte     la porte     portes     les portes  

Zelfstandig naamwoord

porte v

  1. deur

Werkwoord

vervoeging van
porter

porte

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van porter
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van porter
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van porter


Italiaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈpɔrte/
Woordafbreking
  • por·te

Zelfstandig naamwoord

porte v mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord porta
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.