poolen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • poo·len
Woordherkomst en -opbouw
  • van het Engels
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
poolen
poolde
gepoold
zwak -d volledig

Werkwoord

poolen

  1. onovergankelijk carpoolen
  2. onovergankelijk poolbiljart spelen
  3. overgankelijk een pool maken van, in één pot doen

Gangbaarheid

  • Het woord poolen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.