pontificaat
Nederlands
Woordafbreking
- pon·ti·fi·caat
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Latijn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pontificaat | pontificaten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
pontificaat o
- zowel het ambt, als de ambtsperiode van een (hoge)priester, meestal in verbinding met de uitoefening van wereldlijke politieke macht
- Voor de eerste keer in zijn pontificaat heeft paus Franciscus mensen heilig verklaard. [1]
- 'Die lege stoel van de paus middenin de concertzaal zal een van de symbolische beelden worden van het pontificaat van Franciscus.' Dit schrijft de grootste krant van Italië, de Corriere della Sera, zondag in een reactie op de veelbesproken afwezigheid van de paus zaterdag bij het Grote Concert van het Geloof. [2]
- In het Vaticaan wordt schoon schip gemaakt. Paus Franciscus zette dinsdag kardinaal Tarcisio Bertone, de nummer 2 van het Vaticaan, aan de kant. Die werd verantwoordelijk gehouden voor veel fouten en problemen tijdens het pontificaat van Franciscus' voorganger Benedictus XVI. [3]
Synoniemen
- pausschap
Gangbaarheid
- Het woord pontificaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'pontificaat' herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Tubantia 12-05-13 Paus Franciscus verklaart voor het eerst mensen heilig
- Tubantia 23-06-13 Hoofdbrekens in Italië om lege stoel paus
- Tubantia 15-10-13 Paus zet omstreden kardinaal Bertone aan de kant
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.