polonaise
Nederlands
Woordafbreking
- po·lo·nai·se
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘dans’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1787 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | polonaise | polonaises |
verkleinwoord | polonaisetje | polonaisetjes |
Zelfstandig naamwoord
polonaise v
- een oorspronkelijk Poolse dans waarbij men achter elkaar loopt met de handen op de schouders van de voorgaande persoon
- De polonaise wordt onder andere gedanst op bruiloften en tijdens carnaval. Ook tijdens discofeesten wordt de polonaise veel gedanst.
- Op een vrijdagmiddag speelde ik een polonaise van Chopin. Nog voor ik bij de laatste akkoordenpassage aankwam, greep ik de partituur en scheurde de bladzijden over de lengte doormidden. Ik greep het papier en perste het laatste leven uit mijn werkweek. [2]
Gangbaarheid
- Het woord polonaise staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'polonaise' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.