poffer
Nederlands
Woordafbreking
- pof·fer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | poffer | poffers |
verkleinwoord | poffertje | poffertjes |
Zelfstandig naamwoord
poffer m [2]
- ouderwets hoofddeksel voor vrouwen uit Noord-Brabant
- klein pistool
- iemand die op krediet koopt
- (voeding) een in een speciale pan met ondiepe putjes van een vloeibaar beslag gebakken lekkernij
Gangbaarheid
- Het woord poffer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'poffer' herkend door:
81 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.